Het instellen en effectief beheren van beschermde natuurgebieden is een belangrijke pijler voor behoud en herstel van biodiversiteit. Op grond van Europese wetgeving zijn deze gebieden aangewezen door de overheid. Dit betekent dat ze wettelijke bescherming genieten en bepaalde activiteiten, zoals verstoring, houtkap en vervuiling, zijn beperkt of verboden. De zogeheten 30x30 doelstelling is opgenomen in het Biodiversiteitsverdrag (CBD) 2030 en de Europese Biodiversiteitsstrategie 2030.
Over beschermde gebieden
Beschermde natuurgebieden zijn gebieden die worden beschermd vanwege hun rijkdom aan planten- en diersoorten, unieke ecosystemen, ongereptheid of landschappelijke kwaliteit. Beschermde natuurgebieden omvatten Natura 2000-gebieden (onderdeel van het Europese netwerk van beschermde natuurgebieden) en het Natuurnetwerk Nederland (NNN).
De Natura 2000-gebieden zijn wettelijk beschermd via de Wet Natuurbescherming. De Rijksoverheid heeft het NNN vastgelegd in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro). De provincies moeten het NNN opnemen in hun ruimtelijke plannen en -verordeningen. De beschermingsregels zijn minder strikt dan voor de Natura 2000-gebieden.
Een verbonden netwerk van robuuste beschermde natuurgebieden is van levensbelang voor een gezonde biodiversiteit. Beschermde gebieden bieden een optimale leefomgeving voor planten en dieren om te herstellen en floreren, ook onder veranderende omstandigheden zoals klimaatverandering.
Kenmerken van robuuste natuurgebieden zijn onder andere voldoende oppervlakte (van zowel de individuele gebieden als het totale netwerk), een hoge biodiversiteit, een gezonde bodem en een goede waterhuishouding. De kwaliteit van natuurgebieden wordt ook sterk bepaald door de activiteiten en milieudruk eromheen, bijvoorbeeld stikstofdepositie (zie Doel 10).
In 2020 was het aandeel beschermd natuurgebied in Nederland 25,9% van het totale oppervlakte land en binnenwateren (inclusief IJsselmeer). Het aandeel wettelijk beschermde Natura 2000-gebieden was 15,2%. Daarmee zijn we al goed op weg om de 30% doelstelling voor 2030 te realiseren. Deze internationale doelstelling is overeengekomen op de biodiversiteitstop in Montreal in 2022 en opgenomen in de Europese biodiversiteitsstrategie voor 2030.
In de EU is afgesproken dat binnen deze 30% beschermde gebieden tenminste een derde (dus 10% van het landoppervlak) strikt beschermd dient te worden. Strikt beschermde gebieden zijn volledig en wettelijk beschermde gebieden waar natuurlijke processen vrij spel hebben zonder negatief beïnvloed te worden door menselijke activiteiten binnen of buiten de gebieden.
Nederland heeft weinig strikt beschermde gebieden. Een aanzienlijk deel van het Natuurnetwerk Nederland bevat gebieden die te klein of te versnipperd zijn om ruimte te bieden aan stabiele populaties van planten en dieren. Daarnaast zijn niet alle habitats goed vertegenwoordigd in het Natura 2000- en Natuurnetwerk.
Ook al neemt het oppervlak aan beschermde gebieden toe, de kwaliteit van de natuur in de beschermde gebieden is sterk onder de maat, zoals blijkt uit de staat van instandhouding van beschermde soorten (Doel 1) en habitats (Doel 2). Dit komt naast versnippering vooral door te hoge stikstofdepositie, en droogte als gevolg van een te laag grondwaterpeil en klimaatverandering.
Hoe kun je de oppervlakte van beschermde gebieden meten?
Gebieden die een beschermde status hebben zijn deel van het Natuurnetwerk Nederland (NNN) of zijn Natura 2000-gebied. De oppervlakte van deze gebieden is bekend.
De oppervlakte aan beschermd gebied wordt berekend aan de hand van geografische informatiesystemen (GIS) en is gebaseerd op gegevens aangeleverd door de provincies, via het Interprovinciaal Overleg (IPO) en BIJ12.
Dit laten we zien in de volgende indicator
Indicator 6: Aandeel en oppervlakte beschermde gebieden in Nederland
Indicator 6: Aandeel beschermde natuurgebieden in Nederland
De indicator geeft het aandeel (in % van de oppervlakte land en binnenwater) en begrenzingen weer van de Natura 2000-gebieden en het Natuurnetwerk Nederland (NNN).
De doelstelling voor 2030
30% van het landoppervlak (inclusief binnenwater) is beschermd natuurgebied.
Sinds 2020 is het aandeel beschermde gebieden licht toegenomen, van 25,9% naar 26,1% in 2023. Het aandeel van Natura 2000-gebieden is gelijk gebleven (15,2%), en het aandeel van het NNN (zonder de Natura 2000-gebieden) is toegenomen van 10,7% naar 10,9%.
Er zijn extra inspanningen nodig om het 2030-doel te behalen. Als de toename op deze snelheid blijft zal het doel van 30% in 2030 niet gehaald worden.
Bekijk de kaart van het aandeel beschermde natuurgebieden in Nederland.
Maatregelen
Wat kunnen overheden, natuurorganisaties en bedrijven doen om meer gebieden te beschermen?
Overheden
De Rijksoverheid en de twaalf provincies zijn samen hoofdverantwoordelijk voor het realiseren van het netwerk van beschermde gebieden. In het Natuurpact, dat in 2013 overeengekomen werd, hebben de Rijksoverheid en provincies hun ambities om natuur in Nederland te behouden en te verbeteren vastgelegd voor de periode tot en met 2027, waaronder het uitbreiden en afronden van het Natuurnetwerk Nederland. De provincies staan aan de lat voor het verwerven en inrichten van (nieuwe) natuurgebieden.
Natuurorganisaties
Natuurorganisaties, met name de terreinbeheerders Natuurmonumenten, de Provinciale Landschappen en Staatsbosbeheer, spelen een hoofdrol in de ontwikkeling en het beheer van beschermde gebieden. Ze zijn vaak de initiator van het ontwikkelen van nieuwe natuur. De Marker Wadden is een inspirerend voorbeeld. Ook betrekken ze de burger bij natuurbescherming.
Bedrijven
Bedrijven kunnen op verschillende manieren hun steentje bijdragen. Een eerste stap is om zich te houden aan de wettelijke verplichtingen en beperkingen die gelden voor economische activiteiten in en nabij beschermde gebieden. Grondeigenaren kunnen zich soepel opstellen bij verwerving van nieuwe natuur. Ze kunnen (delen van) hun gebied zelf inrichten voor behoud en herstel van biodiversiteit, bijvoorbeeld voor agrarisch natuurbeheer.
Een inspirerend voorbeeld is Groene Netten: een samenwerking van acht grote infrabeheerders in Nederland, met het doel om driekwart van hun areaal (bijna 750 km2) te benutten voor biodiversiteitsherstel.