Skip naar content

Doel 11

Waterbeschikbaarheid verbeteren

In 2030 is er voldoende schoon water beschikbaar voor de natuur.

© Jelger Herder
Jelger Herder

Het verbeteren van hydrologische omstandigheden, onder andere door verhoging van het grondwaterpeil en het aanleggen van waterbuffers, zal bijdragen aan biodiversiteitsherstel. Daarnaast is het belangrijk dat het water niet is verontreinigd. 

Over waterbeschikbaarheid

show-answer

Dit doel gaat over de beschikbaarheid van grondwater voor grondwaterafhankelijke natuur. Het betreft daarbij niet alleen de waterhuishouding van natuurgebieden zelf maar ook de waterhuishouding buiten die gebieden aangezien deze vaak van grote invloed is op de natuurgebieden.

Waterbeschikbaarheid is een belangrijke randvoorwaarde om de biodiversiteit te herstellen. Naast beschikbaarheid is de kwaliteit van water van belang. Vervuiling van zowel grond- als oppervlaktewater met nutriënten en chemicaliën heeft uiteraard ook een negatief effect op biodiversiteit (zie ook Doel 8Doel 9 en Doel 10).

show-answer

Zonder water, geen leven. De verdroging van de afgelopen decennia is een belangrijke oorzaak voor de achteruitgang van biodiversiteit in ons land. Die verdroging is enerzijds het gevolg van een verlaging van het grondwaterpeil door menselijke activiteiten (bijvoorbeeld waterwinnning of ontwatering) en anderzijds van klimaatverandering waardoor we vaker en langer te maken krijgen met warmere en drogere periodes.

De uitdaging is om – ondanks deze veranderende omstandigheden – te zorgen dat voldoende water van goede kwaliteit beschikbaar is ter bescherming en herstel van de natuur.

show-answer

Veel natuur in Nederland heeft in toenemende mate te kampen met verdroging. Op veel plaatsen is de grondwaterstand verlaagd door waterwinning voor landbouw (bijvoorbeeld irrigatie), consumptie (drinkwater) of voor uiteenlopende industriële activiteiten of processen. Daardoor is ook in natuurgebieden de grondwaterstand gedaald en zijn deze gebieden verdroogd.

Een te lage grondwaterstand in het voorjaar is een belangrijke oorzaak voor de achteruitgang van zeldzame soorten in ecosystemen. Ruim 10% van het totale areaal natuur, circa 40% van het oppervlak verdrogingsgevoelige natuur, is verdroogd. Locaties waar de gemiddelde grondwaterstand in het voorjaar onvoldoende is liggen vooral op de zandgronden. Dit zijn voornamelijk natte heide, natte gras- en hooilanden, vochtige duinvalleien en vochtige bossen die extra gevoelig zijn voor verdroging.

 

Hoe kun je de waterbeschikbaarheid meten?

Grondwaterbeschikbaarheid is te meten via peilbuizen die in heel Nederland op tal van locaties zijn geplaatst door onder andere de waterschappen. Door deze data te correleren met de kwaliteit van de vegetatie krijgen we een beeld van de geschiktheid van de grondwaterstand voor het desbetreffende natuurtype.

Hier is gekeken naar de relatie tussen de gemiddelde grondwaterstand in het voorjaar en de kwaliteit van verschillende verdrogingsgevoelige natuurtypen in bos, heide, open duin, moeras en (half)natuurlijk grasland. 

Met het Landelijk Meetnet Flora worden de milieuontwikkelingen in de vegetatie gevolgd. Lees hier meer.

Dit laten we zien in de volgende indicator

Indicator 11: Geschiktheid grondwaterstand verdrogingsgevoelige landnatuur 

Indicator 11: Geschiktheid grondwaterstand verdrogingsgevoelige landnatuur

Weergave van te lage gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand voor verdrogingsgevoelige natuurtypen. De indicator is gebaseerd op de kwaliteit van het vegetatietype (aan- of afwezigheid van droogtegevoelige soorten). 

De doelstelling voor 2030

In 2030 is er voldoende water van goede kwaliteit beschikbaar ter bescherming en herstel van de natuur.

 

Terreinen met te lage grondwaterstanden worden als matig of slecht beoordeeld; de condities zijn niet geschikt voor het halen van de gewenste natuurkwaliteit. Deze matige en slechte condities komen verspreid voor in het hele land en in alle ecosysteemtypen. Vooral moerassen, natte graslanden en natte heiden hebben een te lage grondwaterstand en zijn verdroogd. Hoewel het aandeel natte bossen en natte duinen klein is qua oppervlak kampt het grootste deel daarvan wel met verdroging.

De indicator staat op rood omdat de toestand niet verbetert, maar dit verschilt wel tussen regio’s en gebieden.

Maatregelen

Wat kunnen overheden, natuurorganisaties en bedrijven doen om de waterbeschikbaarheid te vergroten?

Overheden

Overheden

Rijkswaterstaat, provincies en waterschappen spelen een centrale rol in het waterbeheer en het aanpakken van de droogteproblematiek. Een cruciale stap daarin is het maken van afspraken over wateronttrekking en peilbeheer. Het onttrekken van grond- en oppervlaktewater nabij natuurgebieden die al te kampen hebben met te lage grondwaterstanden zou significant moeten verminderen. Er kunnen overgangszones worden ingesteld rondom de natuurkernen waar water beschermd wordt en het waterpeil hoog genoeg wordt gehouden.

Om te voorkomen dat er watertekorten ontstaan is een ander, natuurlijker waterbeheer nodig. Robuuste natuurgebieden waarvan de waterhuishouding op orde is, bieden ook onder extreme omstandigheden geschikte leefgebieden voor planten en dieren. Dat betekent dus: het uitbreiden van (natuur)gebieden waar restricties gelden op het onttrekken van grond- en oppervlaktewater en/of waarin wordt gestuurd op het opvangen van water. In tijden van overlast biedt dit kansen om water vast te houden en in tijden van droogte geleidelijk terug te geven, dit noemen we natuurlijke klimaatbuffers. Andere concrete voorbeelden zijn natuurinclusieve overgangszones, robuuste beekdalen en het vernatten van veengebieden.

Het is belangrijk dat de ecologische effecten van droogte op landelijke schaal worden onderzocht en gemonitord. Op basis van deze informatie kan het waterbeleid worden bijgestuurd.

Ook internationale samenwerking op stroomgebiedsniveau is belangrijk om te stimuleren dat ook bovenstrooms maatregelen worden getroffen om water vast te houden en te laten infiltreren. 

Natuurorganisaties

Natuurorganisaties

Natuurorganisaties kunnen helpen bij het tegengaan van verdroging door het herstel van natuurlijke ecosystemen te bevorderen, projecten voor waterberging te ondersteunen en duurzaam landgebruik te promoten gericht op het herstel van de bodem en natuurlijke vegetatie. Ook met duurzaam bosbeheer en de actieve bestrijding van invasieve exotische planten- en bomensoorten die veel water verbruiken valt winst te behalen. 

Natuurbeheerders kunnen ook een motiverende rol spelen in het bevorderen van duurzame landbouwpraktijken en waterbesparende technologieën. Wanneer terreinbeheerders gronden verpachten aan agrariërs, zouden zij in de pachtovereenkomst eisen kunnen opnemen ten aanzien van bodem en waterbeheer. 

Daarnaast kunnen natuurorganisaties werken aan bewustwordingscampagnes en overheden en bedrijven adviseren over voor duurzaam waterbeheer. Natuurbeheerders zijn ook vaak belangrijke spelers in gebiedsprocessen met verschillende betrokken partijen. In dit soort processen kunnen zij maatregelen tegen verdroging promoten. 

Bedrijven

Bedrijven

Ook bedrijven kunnen verschillende maatregelen nemen om droogte tegen te gaan en hun impact op waterbronnen te verminderen. Een aantal grootverbruikers zoals landbouwbedrijven, drinkwaterbedrijven, energiebedrijven, bedrijven in de staalindustrie en chemische industrie doen door wateronttrekking een groot beroep op aanwezige waterbronnen.

Het is van belang dat deze en andere sectoren investeren in systemen voor hergebruik van water binnen hun operaties, waterbesparende technologieën en processen. Daarnaast kan gestuurd worden op efficiënt waterbeheer, zoals een goede monitoring van watergebruik en het voorkomen van onnodig waterverbruik. Bedrijven kunnen voor hun watervoorziening ook kiezen om gebruik te maken van alternatieve bronnen van water, zoals regenwateropvang, grijswaterhergebruik en andere niet-traditionele bronnen. 

Voor bedrijven in de landbouwsector is het implementeren van duurzame landbouwpraktijken van cruciaal belang. Dit omvat onder andere maatregelen die de bodemgezondheid bevorderen, het gebruik van waterbesparende irrigatiesystemen en de keuze voor gewassen die goed gedijen in droge omstandigheden. 

Omdat bedrijven opereren in een keten is het ook van belang om het waterverbruik in de keten in ogenschouw te nemen. Het stellen van waterbesparende normen aan leveranciers en samenwerkingsverbanden met duurzaam opererende bedrijven kunnen acties in ketenverband zijn.

Drinkwaterbedrijven kunnen, bijvoorbeeld via publiekscampagnes, consumenten van hun waterverbruik bewust maken en mogelijkheden laten zien om dat te verminderen.